Rauwkostbestek Of knuppel Of legsel van vleesverkoper (8) letters
Als je regelmatig naar de slager gaat, ben je vast wel bekend met termen als rauwkostbestek, knuppel en legsel. Maar wat betekenen deze woorden eigenlijk en waar komen ze vandaan?
Rauwkostbestek is een term die wordt gebruikt in de slagerswereld om een set van gereedschappen aan te duiden die worden gebruikt om rauwkost te bereiden en te serveren. Deze set bestaat meestal uit een mes, een snijplank en een schaal of kom om de rauwkost in te serveren. Het gebruik van rauwkostbestek zorgt ervoor dat de rauwkost op een hygiënische en professionele manier kan worden bereid en geserveerd.
Een knuppel is een ander woord dat vaak wordt gebruikt door vleesverkopers. In dit geval verwijst het naar een stuk vlees dat is afgehakt of afgesneden van een groter stuk vlees. Een knuppel kan bijvoorbeeld een stuk ribeye zijn dat is afgesneden van een ribstuk, of een stuk varkensvlees dat is afgehakt van een varkensschouder. Het gebruik van het woord knuppel benadrukt vaak het ambachtelijke aspect van het vakmanschap van de vleesverkoper.
Tot slot hebben we het woord legsel, dat verwijst naar een verzameling van vleeswaren die zijn uitgestald op een schaal of schotel. Deze vleeswaren kunnen bestaan uit verschillende soorten vlees, zoals ham, salami, rosbief en paté. Het legsel wordt vaak gebruikt als onderdeel van een buffet of als hapje bij een feestelijke gelegenheid.
Kortom, de woorden rauwkostbestek, knuppel en legsel zijn allemaal termen die worden gebruikt in de wereld van de vleesverkoop en ze geven aan dat er veel vakmanschap en zorg wordt besteed aan het bereiden en presenteren van vlees en vleeswaren. Dus de volgende keer dat je bij de slager bent, weet je nu wat deze termen betekenen en waar ze vandaan komen.