In de middeleeuwen stond de ridder bekend als een nobele en dappere strijder die vocht voor zijn heer en voor de eer van zijn land. Maar achter elke grote ridder stond vaak een trouwe metgezel die hem hielp in zijn strijd en hem bijstond in moeilijke tijden. Deze metgezel stond bekend als ‘de schildknaap’.
De schildknaap was een jonge en onervaren man die diende als assistent van de ridder. Hij werd vaak gekozen uit de lagere adel of uit families die verbonden waren met de ridderlijke orde. De schildknaap was verantwoordelijk voor het verzorgen van de uitrusting van de ridder, het paard en het schild. Hij assisteerde de ridder in gevechten en stond altijd klaar om hem te helpen in noodsituaties.
De rol van de schildknaap was van groot belang voor de ridder. Hij fungeerde als een soort leerling en werd opgeleid in de ridderlijke codes en de kunst van het vechten. De schildknaap moest gehoorzaam en loyaal zijn aan zijn meester en moest bereid zijn om zijn leven op het spel te zetten voor zijn ridder.
Naarmate de schildknaap meer ervaring opdeed en zijn vaardigheden verbeterde, kon hij uiteindelijk zelf de titel van ridder ontvangen. Dit was een grootse gebeurtenis die vaak gepaard ging met een ceremonie en een eed van trouw aan de heer en aan de ridderlijke orde.
De schildknaap was dus een essentieel onderdeel van het ridderlijke leven in de middeleeuwen. Hij diende als de rechterhand van de ridder en hielp hem in zijn strijd voor rechtvaardigheid en eer. Zonder de schildknaap zou de ridder zijn taak niet zo goed hebben kunnen vervullen en zou zijn pad naar roem en glorie veel moeilijker zijn geweest.