Het is een bekend gezegde in Nederland: “Wordt alleen ten zuiden van de lijn Utrecht-Arnhem naar een ander geluisterd?” Dit spreekwoord verwijst naar de vermeende dominantie van de Randstad in het nationale beleids- en besluitvormingsproces, waarbij de belangen en stemmen van de regio’s ten zuiden van deze denkbeeldige lijn vaak worden genegeerd.
De vraag die dit spreekwoord oproept, is of de besluitvormers en beleidsmakers in Nederland wel voldoende luisteren naar de behoeften en wensen van de regio’s buiten de Randstad. Het is een vraag die al lange tijd onderwerp van debat is in Nederland en die vooral in de afgelopen jaren steeds meer aandacht heeft gekregen.
De regio’s ten zuiden van de lijn Utrecht-Arnhem, zoals Limburg, Brabant en Gelderland, hebben vaak het gevoel dat zij niet voldoende worden gehoord in Den Haag en dat beleidsbeslissingen voornamelijk worden genomen met het oog op de Randstad. Dit heeft geleid tot een gevoel van onvrede en frustratie onder de bewoners van deze regio’s, die vinden dat hun belangen en behoeften niet voldoende worden vertegenwoordigd in het landelijke beleid.
Er zijn dan ook steeds meer geluiden die pleiten voor meer aandacht en waardering voor de regio’s buiten de Randstad. Er wordt gepleit voor een meer evenwichtige verdeling van middelen en investeringen over het hele land, zodat ook de regio’s ten zuiden van de lijn Utrecht-Arnhem kunnen profiteren van economische groei en ontwikkeling.
Het is duidelijk dat er nog veel werk aan de winkel is om de kloof tussen de Randstad en de rest van Nederland te overbruggen. Het is belangrijk dat alle regio’s in Nederland zich gehoord en vertegenwoordigd voelen in het beleids- en besluitvormingsproces, zodat er een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van middelen en investeringen kan plaatsvinden.
Kortom, het spreekwoord “Wordt alleen ten zuiden van de lijn Utrecht-Arnhem naar een ander geluisterd?” roept een belangrijke vraag op over de verdeling van macht en invloed in Nederland. Het is aan beleidsmakers en besluitvormers om ervoor te zorgen dat alle regio’s in Nederland een eerlijke kans krijgen om hun stem te laten horen en dat er een beleid wordt gevoerd dat recht doet aan de diversiteit en belangen van het hele land.