Welke profeet zalfde David tot koning?
Hij groeit op in Betlehem. Als God niet meer tevreden is over koning Saul, stuurt hij zijn profeet Samuel naar Betlehem, naar het huis van Isaï. Daar zalft Samuel David, de jongste zoon van Isaï, tot koning.
welke bijbelse koning zag in david een tegenstander?
David was de jongste van acht zonen van Isaï en was herder. Terwijl Saul nog koning was, zalfde Samuel David tot koning (1 Samuel 16:1-13). Het zou echter nog jaren duren voordat hij de troon besteeg. Kort na zijn zalving kwam hij aan het hof van Saul, waarover de Bijbel twee tegenstrijdige varianten beschrijft. In de eerste hiervan laat de neerslachtige Saul hem halen om voor hem op de lier te spelen en zo zijn “kwade geest” te verdrijven (1 Samuel 16:14-23). Direct na deze versie volgt het beroemde verhaal over het doden van de Filistijnse reus Goliat.[2] David kwam alleen in het legerkamp om zijn broers voedsel te brengen, maar kon de laster van de reus niet verdragen. Hierop werd hij voorgesteld aan Saul, die hem zijn wapenrusting gaf. Deze was te groot en zwaar voor David, dus hij koos voor zijn slinger, een wapen waarmee hij al leeuwen en beren had gedood die zijn schapen wilden opeten. Hiermee doodde hij Goliat (1 Samuel 17).[3] In deze versie kende Saul David nog niet, liet hij hem roepen en nam hem bij zich aan het hof (1 Samuel 17:55-18:2). Er zijn verschillende pogingen gedaan om deze versies in overeenstemming te brengen, maar tot nu toe is geen bevredigende oplossing gevonden[4], zie ook interne consistentie van het Oude Testament.
Direct hierna werd Saul jaloers op David, omdat deze als een grotere held dan hijzelf werd gezien. Saul begon te vermoeden dat David hem het koningschap wilde afnemen en hij probeerde David enkele keren te doden. Daarna stelde Saul David als bevelhebber over duizend man aan om hem in ieder geval niet meer in de buurt te hoeven hebben. Als list bood Saul de hand van zijn oudste dochter Merab aan David. De bruidsschat zou bestaan uit 100 voorhuiden van Filistijnen, waarbij Saul aannam dat David zou sneuvelen om deze te bemachtigen. Maar op de dag waarop David met Merab zou trouwen, huwelijkte Saul haar aan een ander uit en bood hij David de hand van zijn andere dochter Michal. In de slag met de Filistijnen doodde David er 200 en bracht hun voorhuiden bij Saul. Deze huwelijkte hierop Michal aan David uit. Saul beschouwde David hierna als zijn aartsvijand (1 Samuel 18:6-30).
Saul kondigde zijn hovelingen aan dat hij David dood wenste. Sauls zoon Jonatan overreedde zijn vader echter hiervan af te zien en David keerde terug aan het hof. Na een tijdje keerden de moordzuchtige gevoelens bij Saul terug en na een waarschuwing van zijn vrouw Michal vluchtte David naar Samuel en ging bij hem wonen (1 Samuel 19:1-18).
Nadat David weer moest vluchten, werd hij aanvoerder van een bende. Hij werd achtervolgd door Saul met 3000 soldaten. In de grotten van Engedi moest Saul zijn behoefte doen en ging bij toeval de grot in waar David en zijn mannen zich schuilhielden. Maar in plaats van hem te doden, zoals gevraagd door zijn bendeleden, sneed David alleen een hoek af van het koninklijk gewaad. Deze liet hij Saul voor de grot zien als een teken van loyaliteit. Diep geroerd profeteerde Saul dat hij op een dag koning zou zijn na hem, liet David zweren dat hij zijn geslacht en naam geen kwaad zou toebrengen en liet hem gaan. David vluchtte hierna naar Gat, waar hij werd herkend als krijgsheld, die juist een grote hoeveelheid Filistijnen had gedood. Daarom deed David alsof hij krankzinnig was, door het speeksel in zijn baard te laten lopen en overal kruisjes te tekenen, waarna koning Achis hem liet gaan (1 Samuël 21:10-16; Psalmen 34 en 56).
welke bijbelse koning zag in david een tegenstander?
David spaarde Saul een tweede keer toen hij het legerkamp van Saul binnensloop en als bewijs de speer en waterkan van Saul meenam (1 Samuel 26). Door de verhalen waarbij David twee keer het leven van Saul spaarde, toonde de anonieme auteur van het verhaal aan dat David respect had voor de monarchie in het noorden van Israël. Dit maakte het de noordelijke stammen van Israël later makkelijker hem als koning te erkennen, zodat zijn rijk uiteindelijk zowel het noordelijke als het zuidelijke deel van Israël omvatte.
Later, toen David nog steeds op de vlucht was voor Saul, kwam hij met 600 soldaten en hun gezinnen voor de tweede keer in het gebied van Gat. Deze keer ontving Achis hem vriendelijk en liet David en zijn groep in Ziklag wonen, waar ze zestien maanden bleven. Achis was in de veronderstelling dat David en zijn leger Judese steden overvielen, maar in plaats daarvan plunderde Davids leger de nomadenstammen in de Negev, die ook de bevolking van Juda bedreigden. Zo bewees David enerzijds zijn stambroeders een grote dienst en liet hij Achis anderzijds in de veronderstelling dat hij in zijn vaderland alle steun had verloren en de Filistijnen daarom loyaal zou dienen (1 Samuël 27:1-12). Uiteindelijk had Achis zo veel vertrouwen in David gekregen dat hij hem aanstelde als zijn persoonlijke lijfwacht (1 Samuël 28:2). Alleen het wantrouwen van de overige vorsten van de vijfstedenbond, maakten dat Achis David dwong zijn leger af te bouwen en terug te gaan naar huis. Maar ook bij deze gelegenheid bevestigde Achis nogmaals zijn vertrouwen in David (1 Samuël 29:1-11).