Pietje Bell, oorspronkelijke titel Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen, is een kinderboek uit 1914 van de Rotterdamse schrijver en kinder-entertainer Chris van Abkoude. Het is het eerste boek in de Pietje Bell-serie.
De hoofdpersoon, Pietje Bell, is een Rotterdamse schoenmakerszoon. Door de onbeholpen en naïeve wijze waarop hij anderen probeert te helpen, brengt hij voortdurend zichzelf en de mensen om zich heen in de problemen.
welke auteur schreef de boeken van pietje bell?
Pieter Bell, bijgenaamd “Jan Plezier”, is een vrolijke schoenmaker uit de Breestraat in Rotterdam. Hij heeft een 14-jarige dochter genaamd Martha, maar zijn hartenwens is om ook nog een zoon te krijgen. Uiteindelijk wordt deze wens vervuld.
Zijn zoon Pietje Bell blijkt een zeer ondernemend kind, dat met zijn onbevangen en onbesuisde gedrag veel streken uithaalt. Zo ontaardt een logeerpartij van Pietjes zuinige en chagrijnige Tante Cato in veel misverstanden en komische situaties.
welke auteur schreef de boeken van pietje bell?
Tot afkeuring van zijn vrouw en dochter moet de schoenmaker altijd hartelijk lachen om de streken van zijn zoontje. Drogist Geelman, een buurman die een drogisterij heeft, komt regelmatig zijn beklag doen over Pietje, waarbij hij zijn eigen zoontje Jozef, die nog nooit straf heeft gehad of iets verkeerds heeft gedaan, als modelkind noemt. Geelman wordt steevast weggehoond door de vader van Pietje. Een echte Hollandse jongen haalt kattenkwaad uit en komt af en toe thuis met een scheur in zijn broek, is zijn mening.
Omdat de streken van Pietje behoorlijk wat schade aan zijn directe omgeving veroorzaken en zelfs de krant halen, dringen zijn moeder en zus er regelmatig bij vader Pieter op aan om strenger op te gaan treden. Pietje ontwikkelt gaandeweg iets meer zelfreflectie, al blijft hij zich vaak in de nesten werken. Dat zijn karakter ook zeer goede kanten heeft, wordt met name duidelijk als meester Ster een longontsteking krijgt en uiteindelijk hieraan sterft. Van de leerlingen in de klas toont Pietje zich het meest begaan met de onderwijzer.
Aan het eind van het boek is Pietje nog even ondeugend, voordat hij met Oudjaar definitief besluit zich te beteren.