Een muis heeft vier poten, een staart, een kop en een lichaam. De poten van een muis zijn erg belangrijk omdat ze hem helpen te bewegen en te navigeren door zijn omgeving. De staart van een muis is ook van groot belang, omdat het hem helpt in balans te blijven en als een soort van extra ledemaat fungeert.
De kop van een muis bevat zijn zintuigen, zoals zijn ogen, neus en snorharen. Deze zintuigen helpen de muis om voedsel te vinden en gevaar te detecteren. Het lichaam van een muis is bedekt met vacht, die hem warm houdt en beschermt tegen de elementen.
Een muis heeft ook scherpe tanden, die hem helpen om voedsel te knagen en te eten. Deze tanden groeien constant, dus het is belangrijk voor de muis om regelmatig te knagen om ze kort te houden.
Over het algemeen is het lichaam van een muis goed aangepast aan zijn leefomgeving en stelt hem in staat om te overleven in verschillende habitats. Of het nu in een stedelijke omgeving is of in het wild, de muis is een zeer veerkrachtig en aanpasbaar wezen.