Pesach, ook wel bekend als het Joodse feest van de Uittocht, is een belangrijk feest in de Joodse traditie. Dit feest herinnert aan de bevrijding van het Joodse volk uit de slavernij in Egypte, zoals beschreven in het Bijbelse verhaal van de Uittocht.
Pesach wordt elk jaar gevierd in de maand nisan, volgens de Joodse kalender. Het feest begint met een speciale maaltijd, de seder, waarbij de geschiedenis van de Uittocht wordt herdacht en gevierd. Tijdens de seder worden speciale rituelen uitgevoerd, zoals het eten van matzes en het drinken van vier bekers wijn, die elk een symbolische betekenis hebben.
Een van de belangrijkste aspecten van Pesach is het verwijderen van alle chametz, gerezen voedsel, uit het huis. Dit symboliseert de haastige uittocht van het Joodse volk uit Egypte, waarbij ze geen tijd hadden om hun brood te laten rijzen.
Pesach is een feest van bevrijding en hoop, en herinnert de Joodse gemeenschap aan de kracht van vrijheid en de belofte van een betere toekomst. Het is een tijd van samenzijn en reflectie, waarbij de tradities en rituelen van het Joodse volk worden geƫerd en doorgegeven aan de volgende generaties.