Volgens de leer van Tao, het oude Chinese filosofische systeem, wordt het mannelijk principe vertegenwoordigd door het concept van yang. Yang staat voor actie, licht, warmte en expansie, en wordt gezien als het actieve, assertieve en externe aspect van het universum.
In de Taoïstische kosmologie wordt het universum gezien als een dynamisch evenwicht tussen yin en yang, de vrouwelijke en mannelijke principes. Yin staat voor passiviteit, duisternis, kou en samentrekking, terwijl yang staat voor activiteit, licht, warmte en expansie. Samen vormen ze een complementair paar dat niet zonder elkaar kan bestaan.
Het mannelijke principe, yang, wordt vaak geassocieerd met eigenschappen als kracht, dominantie, rationaliteit en doelgerichtheid. Het staat voor de scheppende en transformerende kracht in de natuur en in de mens. Yang wordt vaak afgebeeld als de zon, die het leven en de groei op aarde mogelijk maakt, of als een berg die staat voor stabiliteit en onveranderlijkheid.
In de Taoïstische filosofie wordt gesteld dat het belangrijk is om een evenwicht te vinden tussen yin en yang, tussen het mannelijke en vrouwelijke principe. Alleen door deze balans te bewaren kan men in harmonie leven met de natuur en het universum.
Het mannelijke principe wordt geassocieerd met de eigenschappen van moed, daadkracht en leiderschap. Het staat voor de kracht om doelen na te streven en obstakels te overwinnen. In de Taoïstische leer wordt benadrukt dat het belangrijk is om deze eigenschappen in balans te houden met de zachtheid, intuïtie en wijsheid van het vrouwelijke principe.
Kortom, volgens de leer van Tao staat het mannelijk principe voor actie, kracht en doelgerichtheid, en is het essentieel om een evenwicht te vinden tussen het mannelijke en vrouwelijke aspect om in harmonie te leven met het universum.