Vroeger was het gebruikelijk om het laatste woord te hebben als een manier om iemand op de proef te stellen. Dit betekende dat je gelijk had en dat de discussie voorbij was. Het hebben van het laatste woord gaf je autoriteit en macht in een gesprek of discussie.
Het hebben van het laatste woord was belangrijk in de Hollandse cultuur omdat het liet zien dat je standvastig was en niet snel van je standpunt afweek. Het was een manier om respect en dominantie te tonen in een gesprek. Als je het laatste woord had, betekende dit dat je gelijk had en dat je mening het belangrijkst was.
In sommige situaties werd het hebben van het laatste woord zelfs gezien als een teken van intelligentie en wijsheid. Mensen die altijd het laatste woord hadden, werden vaak beschouwd als slimme en overtuigende sprekers. Het was een teken van kracht en zelfverzekerdheid.
Echter, in de moderne tijd wordt het hebben van het laatste woord niet meer zo hoog gewaardeerd als vroeger. Mensen zijn meer open-minded en respecteren elkaars meningen en standpunten. Het is niet langer nodig om altijd gelijk te hebben of de discussie te winnen.
Het hebben van het laatste woord kan nog steeds belangrijk zijn in bepaalde situaties, zoals bijvoorbeeld in een zakelijke onderhandeling of een debat. Maar over het algemeen wordt er nu meer waarde gehecht aan het luisteren naar elkaars standpunten en het vinden van een compromis.
Kortom, vroeger was het hebben van het laatste woord een manier om autoriteit en macht te tonen in een gesprek. Tegenwoordig wordt er meer waarde gehecht aan respect en open-mindedness, en is het niet langer nodig om altijd gelijk te hebben.