ophef over een kentering?
De verandering wordt voornamelijk veroorzaakt door hitte, druk en de introductie van chemisch actieve vloeistoffen. De chemische componenten en kristalstructuren van de mineralen waaruit het gesteente bestaat, kunnen veranderen, ook al blijft het gesteente solide. Veranderingen die plaatsvinden op of net onder het aardoppervlak als gevolg van verwering en/of daaropvolgende fylogenetische processen worden niet geclassificeerd als transformatie.
De overgang vindt meestal plaats tussen 200 ° C daaropvolgende verhongering en smeltprocessen bij 850 ° C.
hee ophef over een kentering?
Er zijn drie soorten transformatie: contact, dynamische en territoriale transformatie. De resulterende transformatie als gevolg van toenemende druk en temperatuur staat bekend als de progressieve transformatie. De transformatie als gevolg van de afname van temperatuur en druk wordt daarentegen een retrograde transformatie genoemd.
Metamorfe gesteenten kunnen veranderen zonder te smelten. Warmte zorgt ervoor dat de atomaire bindingen breken, en de atomen bewegen en nieuwe bindingen vormen met andere atomen, om nieuwe mineralen te vormen met verschillende chemische componenten of kristalstructuren (het nieuwe kristal) of om ruimte te maken voor herkristallisatie.
Wanneer er druk wordt uitgeoefend, hebben platte korrels die in dezelfde richting kijken een stabielere configuratie.