new : welk dagblad werd in 1912 opgericht door lenin?
De Pravda (Russisch: Правда; De Waarheid) is een Russisch dagblad dat van 1917 tot en met 22 augustus 1991 het officiële orgaan van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie was. In de Sovjet-Unie was er naast de Pravda nog een ander belangrijk dagblad, genaamd Izvestia (Nieuwsberichten). Tegenwoordig komt de krant drie keer per week uit.
Een aantal andere Russische kranten wordt ook Pravda genoemd, waarvan de Komsomolskaja Pravda, de vroegere officiële krant van de Komsomol en tegenwoordig het bestverkopende boulevardblad van Rusland, de bekendste is. De Communistische Partij van de Russische Federatie heeft momenteel een krant die Pravda heet.
new : welk dagblad werd in 1912 opgericht door lenin?
De Pravda werd opgericht door Lenin, met als doelstelling de vereniging van de arbeiders tegen de monarchie in Rusland. Het eerste nummer verscheen op 5 mei 1912 en het blad bereikte al snel een oplage van meer dan 130.000 exemplaren. Onder Lenin, tijdens het Stalin-tijdperk en ook daarna was de krant een propaganda-instrument van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie.
De krant werd zwaar gecensureerd en de hoofdredactie stond in nauw contact met de Sovjetleiders in het Politbureau en Presidium van de Opperste Sovjet. De krant bracht de partijleider dagelijks op de voorpagina, ook wanneer er geen nieuwswaardige feiten waren en bij de Sovjetleiders werd in een artikel steeds opnieuw de complete aanduiding van hun functie genoemd. Dat maakte de Pravda tot een slecht leesbare krant. De journalisten moesten steeds opbeurend nieuws brengen over de Sovjet-Unie, haar bondgenoten en met name over de economie. Dat de lezing van de Pravda niet strookte met de werkelijkheid zorgde ervoor dat men deze krant, en de andere Sovjet-kranten, niet langer vertrouwde. Voor werkelijk nieuws waren de Sovjets, ook de leidinggevenden, aangewezen op de samizdat, de gestencilde ondergrondse pers, en buitenlandse radiozenders zoals Radio Free Europe/Radio Liberty, de BBC World Service en de Voice of America.
De Pravda was onmisbaar voor wie wilde weten hoe de vlag er in het Kremlin bijhing. Wanneer een prominent Sovjetpoliticus niet of weinig werd genoemd betekende dat in de ogen van de “Kremlin-watchers” dat hij in politieke problemen was gekomen. Ook zijn plek in een opsomming van personen en op een foto was een indicatie van zijn belang. Sovjet-leider Nikita Chroesjtsjov gebruikte een bondgenoot in de hoofdredactie van de Pravda om zijn rivaal Georgi Malenkov monddood te maken. Soms werd de Pravda gebruikt om een discussie te starten of juist te beëindigen. Dat was conform de beginselen van het “Democratisch centralisme” zoals dat door Lenin was geformuleerd. De Communistische Partij discussieerde onder toezicht van de partijleiding en wanneer er consensus was, of een vleugel zijn mening had doorgezet, werd het standpunt van boven naar beneden door de partijorganen doorgegeven.
Bij de discussies was de Pravda de vertolker van het standpunt van de partijorganisatie, de nomenklatoera. Andere kranten en bladen waren de spreekbuis van de (niet erg invloedrijke) vakbonden, de Opperste Sovjet, de ministeries en de bureaucratie (zij vonden in de Izvestia hun spreekbuis), de strijdkrachten of de KGB. De kranten waren door cliëntelisme en patronage aan de machtige mannen in het Kremlin gebonden.