Jeroen Godfried Marie Brewers (Batavia, 30 april 1940) is een Nederlandse schrijver.
Van 1964 tot 1976 werkte Brewers als redacteur bij uitgeverij Mantoux in Brussel. In 1964 debuteerde hij met Het mes op de keel.
Hij won in 1989 de Ferdinand Bordewijk Briegprijs voor De zondvloed, in 1993 de Constantijn Huygensprijs voor zijn verzameld werk en in 1995 de Prix Femina International Business Prize voor zijn boek Bezonken rood. In 2007 weigerde hij de Nederlandse Literatuurprijs (Prijs der Nederlandse Letteren), de hoogste literaire onderscheiding van de Nederlandstalige wereld, omdat hij het prijzengeld van € 16.000 te laag vond voor al zijn werk. Boskin in 2021.
in welk boek verwerkte jeroen brouwers zijn ervaringen in een japans kamp?
Zijn grootouders hebben de kampen niet overleefd. Hij schreef in 1981 over deze Japanse bezetting van Indonesië het boek Bezonken rood, vertaald in 1988 in het Engels als Sunken Red. Zijn jeugd in Indonesië speelt ook een rol in zijn romans Het verzonkene en De zondvloed.
in welk boek verwerkte jeroen brouwers zijn ervaringen in een japans kamp?
Na de Japanse invasie van Java in 1942 en de capitulatie van het KNIL werd zijn vader naar een krijgsgevangenenkamp gestuurd nabij Tokyo, Japan. Jeroen, zijn grootmoeder (Elisabeth Henrica), zijn moeder en zijn zus werden naar het Japanse gevangenkamp ‘Kramat’ gestuurd. Na enkele maanden werden ze overgebracht naar kamp Tjideng, in een buitenwijk van Batavia. Zijn grootouders hebben deze kampen niet overleefd. In 1986 schreef Jeroen de autobiografische roman Bezonken Rood (vertaald in 1988 als Sunken Red), over de levenslange gevolgen van deze Japanse internering.
Na de oorlog werd zijn familie herenigd en verhuisden ze naar Balikpapan (Borneo). De moeder van Jeroen keerde in 1947 met haar kinderen terug naar Nederland. In 1948 voegde hun vader zich bij hen. Tot 1950 woonde Jeroen bij zijn ouders. Toen hij 10 jaar oud was, werd hij naar verschillende rooms-katholieke instellingen gestuurd. Hij werd daarheen gestuurd omdat hij behoefte had aan aanvullende psychologische zorg. Na zijn leven in Indonesië had hij moeite zich aan te passen aan het Nederlandse leven. Zijn ouders verhuisden naar Delft, Nederland. Na het verlaten van de middelbare school in 1955 vervulde Brouwers van 1958 tot 1961 militaire dienst, waarna hij als leerling-journalist voor De Gelderlander ging werken. Hij schreef voor een militair tijdschrift getiteld Salvo.
In 1962 werd hij ingehuurd door de Geillustreerde Pers (Illustrated Press) in Amsterdam, Nederland. Hij werd redacteur van het tijdschrift Romance, dat later omgedoopt werd tot Avenue. Van 1964 tot 1976 werkte hij voor uitgeverij Manteau in Brussel, België als assistent-redacteur en later hoofdredacteur. Van 1968 tot 1971 woonde hij met zijn gezin in Vossem, België en later in Huize Krekelhof in Rijmenam, België. Hij heeft drie kinderen gekregen: twee zonen, Daan Leonard (1965–2006) en Pepijn (1968), en een dochter Anne (1980).