En schraal was het in die Bijbelse stad.
In de Bijbelse stad was het erg schraal. De inwoners leefden in armoede en hadden weinig te eten. De grond was dor en droog, waardoor er maar weinig gewassen konden groeien. De mensen moesten hard werken om een karig maal op tafel te kunnen zetten.
Ondanks de moeilijke omstandigheden hielden de inwoners van de stad moedig stand. Ze geloofden dat hun God hen zou helpen en voor hen zou zorgen. Ze baden dagelijks om voedsel en water, en putten kracht uit hun geloof.
Op een dag gebeurde er een wonder. Er viel plotseling regen uit de hemel, die de droge grond vruchtbaar maakte. De gewassen begonnen te groeien en de oogst was overvloedig. De inwoners van de stad konden eindelijk genieten van een goede maaltijd en hoefden niet meer te lijden onder de schrale omstandigheden.
De stad bloeide op en de mensen waren dankbaar voor het wonder dat hun was geschonken. Ze wisten dat hun geloof en doorzettingsvermogen uiteindelijk beloond waren. En zo werd de Bijbelse stad een plek van overvloed en voorspoed, waar de inwoners in vrede en harmonie leefden.